Theo Visser | organist

  Home            Biografie           Agenda            Bachconcert             Audio            Video            Orgels            Contact

De Swart en Van Hagerbeerorgel

Het hoofdorgel van de Hooglandse Kerk dateert in aanleg uit het midden van de 16e eeuw en werd gebouwd door Peter Jansz. de Swart uit Utrecht. Het instrument werd geplaatst in de kooromgang, boven de ingang van de sacristie. In 1566 en 1574 werd de kerk geteisterd door de beeldenstorm. Het orgel wordt door deze 'beroerten' dusdanig 'vernielt' dat de kerkmeesters in 1582 De Swart opdragen om het orgel te herstellen 'wel luidende ende snijdende als 't voorgaende geweest heeft' (contract van De Swart met de kerkmeesters in 1582).


De invoering van orgelbegeleiding bij de gemeentezang was in 1637 aanleiding om het orgel te verplaatsen naar de huidige plaats aan de torenmuur. Het werk werd uitgevoerd door de orgelmaker Germanus Galtusz. van Hagerbeer. Hij vergrootte het instrument onder meer door de kas te verhogen en uit te breiden met twee zijvelden; een bovenwerk kwam in de plaats van een borstwerk. In de 18e eeuw werd de klavieromvang uitgebreid door de Leidse orgelmakers Duyschot en Van Assendelft; tevens voegden zij enkele registers toe.


Tot in de 19e eeuw heeft het orgel zijn vroeg 17e eeuwse oud-Hollandse karakter behouden. In 1829 werd de toonhoogte van het orgel gewijzigd en werd het omgestemd van een (hoogstwaarschijnlijk) middentoonstemming naar 'eene gelijkmatige temperatuur zoo als zulks behoord' (contract van Van Beek en Weenig met de kerkrentmeesters in 1829). Vanaf 1880 werkten achtereenvolgens de orgelmakers Schaaffelt, Bik en Van Leeuwen aan het orgel. Zij verrichtten aanpassingen aan het pijpwerk, de intonatie en de dispositie. Ook werden de oude windladen vervangen, vermoedelijk door Schaaffelt of Bik.


In de jaren 1979/1980 werd het instrument in oude glorie hersteld door Jürgen Ahrend uit Leer in Duitsland, onder advies van Maarten Vente en Jan van Biezen. Als uitgangspunt diende de dispositie zoals die wordt vermeld door Joachim Hess in 1774 en de samenstelling van het pijpwerk na de wijzigingen door Van Assendelft. Hierbij werden enkele vrijheden gehanteerd. Zo werd op het hoofdwerk een Roerfluit toegevoegd en in plaats van een Cornet op het Bovenwerk werden een losse Nasard en Terts gedisponeerd. Tevens werd een vrij pedaal toegevoegd dat in een nis achter het orgel werd opgesteld. Laden en mechanieken zijn van Ahrend; de klaviatuur is een kopie van het kleine orgel dat Van Hagerbeer maakte voor de Nieuwe Kerk in Amsterdam.


Door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid 16e en 17e eeuws pijpwerk en een restauratie van grote klasse door Jürgen Ahrend is het De Swart en Van Hagerbeerorgel in de Hooglandse Kerk een instrument van groot belang.





Orgels van de Hooglandse Kerk

Dispositie:


Hoofdwerk CDE-c3

Bourdon 16' S/H

Prestant 8' S/H/A

Roerfluit 8' A

Octaav 4'S

Quint 3' vA

Octaav 2' S

Mixtuur III-IVS/H

Scharp III-IV A

Cornet III disc. D

Trompet 8' A


Bovenwerk CDE-c3

Holpijp 8'vA

Quintad. 8'S

Octaav 4'S/H

Fluit 4'S

Nasaet 3'A

Gemshoorn 2'S

Tertiaan 1 3/5' A

Siflet 1'A

Sexquialtra II disc.A

Vox Humana 8'A


Pedaal C-d1

Subbas 16'A

Octaav 8'H/A

Octaav 4'A

Trompet 8'A


Koppels: HW-Ped, BW-Ped, BW-HW

Tremulant op het gehele werk

Toonhoogte: a1 = 415 Hz.

Stemming: Werckmeister III


S = (overwegend) De Swart

H = (overwegend) Van Hagerbeer

vA = Van Assendelft

D = Duyschot

A = Ahrend

Het kabinetorgel

Het kabinetorgel in de Hooglandse Kerk is afkomstig uit het Heilige Geest Weeshuis aan de Hooglandse Kerkgracht te Leiden In 1959 werd het door de regenten geschonken aan de Hervormde Kerk. In de resoluties staat te lezen dat het in die tijd 'zacht doch aangenaam' klonk. In het weeshuis werd het alleen tijdens de kerkdiensten gebruikt.


In 1866 wijzigde de Leidse orgelmakerij Lohmann en Schaaffelt het orgel (een Quint 3' werd vermaakt tot een Octaaf 4' en er kwam een pedaal). In 1960 en 1983 waren er uitgebreide opknapbeurten, waarbij in eerste instantie een Viola di Gamba werd vervangen door een Mixtuur en later kwam er toch weer een (nieuwe) Viola di Gamba. In 2004 voerde orgelmaker Gert van Buuren groot onderhoud uit, waarbij de klank aanzienlijk werd verbeterd.

Dispositie:

Holpijp 8 vt.

Fluit 4 vt.

Octaaf 4 vt.

Octaaf 2 vt.

Viola di Gamba 8vt. (disc.)

Prestant 8 vt. (disc)